Wereldwijd zal de vraag naar hoogwaardige frites tegen concurrerende prijzen de komende jaren blijven groeien. De verwerkende industrieën in de EU-4 landen, Nederland, Duitsland, België en Frankrijk, zullen deze groeiende markt blijven beleveren. Als gevolg hiervan zal ook de vraag naar aardappelen groeien. De benodigde aardappelen worden steeds meer verhandeld via contracten. Deze hebben vaak een prijsdrukkend effect, omdat ze worden aangegaan door kopers die relatief weinig willen betalen. Door het vastleggen van grote hoeveelheden aardappelen, verdwijnt de vrije handel meer en meer.
Omstandigheden zoals het klimaat, neerslagtekort, politici en belangenorganisaties die roepen dat het wel wat minder kan met de landbouw, maken het voor telers van aardappelen lastiger en minder aantrekkelijk om groots in de aardappelteelt te blijven investeren. Daarnaast werden we op 15 maart 2020 geconfronteerd met corona en sinds 24 februari 2022 met een oorlog. Deze ontwikkelingen hebben tot ingrijpende veranderingen geleid. Oogst 2022 zijn de contractprijzen met circa 2,50 euro per 100 kilogram verhoogd ten opzichte van 2021, maar deze contractprijsverhoging is inmiddels weer achterhaald. Structureel zullen wij telers een kostprijs plus moeten betalen. De contractprijs voor 2023 wederom verhogen is volgens mij maar een deel van de oplossing. In Aardappelwereld magazine van april 2020 heb ik al aangegeven dat we aan vernieuwing in het verdienmodel toe zijn en naar een efficiëntere markt toe moeten.
Vanaf oogstjaar 2023 zullen we de eerste stappen moeten zetten naar een flexibel vasteprijscontract. Denk hierbij aan het op een later tijdstip kunnen doorberekenen van onvoorziene kosten in de vasteprijscontracten, zoals energie, maar ook het financieel repareren van kilogramopbrengst van de aardappeleelt als gevolg van klimaatverandering, neerslagtekort en dergelijke. Gezonde marktwerking speelt hierin ook een belangrijke rol. Voor mij is het duidelijk dat we het financiële risico van de aardappelteelt niet meer alleen bij de telers kunnen neerleggen. Het zal in de gehele keten gedragen moeten worden. Een groetere uitdaging waarvoor we als sector moeten werken aan nieuwe perspectieven. In de EU-4 landen is een op en top verwerkende industrie actief, maar er zullen aardappelen in de pijp moeten om aan de achterkant frites er uit te krijgen.
Dirk van de Water
Deze column verscheen september 2022 in Aardappelwereld magazine